PGZO inspraak op ​de nieuwe Wmo-verordening 2015​
​Inspraak was mogelijk van 10 juli tot 30 augustus.
Deze nieuwe verordening is belangrijk, omdat er in de Wmo veel verandert op 1 januari 2015.
1408_290814 inspraak PGZO Wmo-A'dam 2015
Adobe Acrobat document 238.0 KB

Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)

Het Platform Gehandicapten is vertegenwoordigd in de Wmo-Adviesraad. Meer weten klik op wmo-adviesraadamsterdam

 

Goed nieuws
Het advies van de Wmo Adviesraad Zuidoost op het Uitvoeringsplan Wmo basisvoorzieningen Zuidoost, is als integraal onderdeel opgenomen door het Dagelijks Bestuur van Zuidoost Amsterdam.
In het advies staat o.a.Aandacht wordt gevraagd voor Agenda 22: gebouwen moeten voor iedereen toegankelijk zijn.Toegankelijkheid van gebouwen is een belangrijke voorwaarde om uitvoering te kunnen geven aan de Wmo basisvoorzieningen. In het uitvoeringsplan is opgenomen dat in samenwerking met het Platform Gehandicapten een inventarisatie wordt gedaan naar de (ervaren) toegankelijkheid van accommodaties. Met de afspraak:

Activiteiten vinden plaats op locaties die fysiek toegankelijk zijn.

n samenwerking met het Platform Gehandicapten,

fysieke toegankelijkheid in brede zin in kaart brengen.
Hoe gaan wij dit oppakken?

Uitvoering:

  1. Het platform zal met behulp van haar achterban, een groep formeren;
  2. De groep zal de fysieke toegankelijkheid van locaties in kaart brengen;
  3. De ingewonnen informatie zal op de website toegankelijkzuidoost.jimdo.com gepubliceerd worden;
  4. Aanmeldingen van locaties die hier nog niet op te vinden zijn, zijn welkom;
  5. Ook suggesties voor verbetering.

UITVOERINGSPLAN WMO BASISVOORZIENINGEN AMSTERDAM ZUIDOOST

 

1 Inleiding

Op 19 november 2012 heeft het portefeuillehoudersoverleg ingestemd met de afspraken over de Wmo basisvoorzieningen. Het gaat om een basis waarop alle Amsterdammers kunnen rekenen mochten zij zelf, met behulp van hun eigen netwerk, niet in staat zijn te participeren in de samenleving. Deze Wmo basisvoorzieningen moeten in elk stadsdeel minimaal geboden worden. Om alle afspraken met ingang van 1 januari 2014 gerealiseerd te hebben, is besloten een gezamenlijk uitvoeringsplan op te stellen gericht op een gezamenlijke aanpak door stad en stadsdelen en aparte uitvoeringsplannen per stadsdeel. In het uitvoeringsplan Wmo basisvoorzieningen Zuidoost staat voor welke opgaven het stadsdeel in 2013 staat om in 2014 uitvoering te kunnen geven aan de Wmo basisvoorzieningen.

 

De uitgangspunten van de Wmo basisvoorzieningen komen overeen met de uitgangspunten uit de nota Visie op Zorg Zuidoost, die in april 2012 door de stadsdeelraad is vastgesteld. In de Visie op Zorg staat het belang van een duurzame zorgstructuur met noodzakelijke zorg voor kwetsbare groepen en grote onderlinge zorgbereidheid. De Wmo basisvoorzieningen zijn ook gericht op een sterke Civil Society waarin mensen zich verantwoordelijk voelen in de zorg voor elkaar. Belangrijk verschil is dat het bij de Wmo basisvoorzieningen om een basisniveau gaat dat minimaal geboden moet worden maar dat het stadsdeel de ruimte heeft daar boven op een ‘pluspakket’ aan te bieden. Bij het pluspakket gaat het om aanbod dat beantwoordt aan de specifieke behoeften in het stadsdeel. Vraaggerichte zorg is een belangrijke doelstelling van de Visie op Zorg.

 

De opgaven van het Uitvoeringsplan Wmo basisvoorzieningen worden uitgewerkt in het Actieprogramma Zorg 2013. Hiervoor is gekozen om zo het overzicht te houden op alle projecten op het terrein van Zorg die dit jaar worden uitgevoerd. Het betreft dus zowel projecten die uitvoering geven aan het basisaanbod als aan het pluspakket dat beantwoordt aan de specifieke vraag in Zuidoost. 

 

 

2 Inhoud

De Wmo basisvoorzieningen is een basis waarop alle Amsterdammers kunnen rekenen mochten zij zelf, met behulp van hun eigen netwerk, niet in staat zijn te participeren in de samenleving. De Wmo basisvoorzieningen zijn voor alle Amsterdammers die zich willen inzetten voor de deelname van kwetsbare burgers aan de samenleving en/of de leefbaarheid in de buurt.

De basis aan Wmo dienstverlening en activiteiten in de stadsdelen is gericht op de volgende thema’s:

  1. 1.     Stimuleren en faciliteren vrijwillige inzet, informele netwerken van hulp en steun en mantelzorg;
  2. 2.     Activerende dagbesteding;
  3. 3.     Maatschappelijke dienstverlening;
  4. 4.     Informatie en advies bestaande uit: digitale informatievoorziening en brede sociale loketten.

 

De Wmo basisvoorzieningen zijn voor alle Amsterdammers die zich willen inzetten voor de deelname van kwetsbare burgers aan de samenleving en/of de leefbaarheid in de buurt. Aandachtsgroepen zijn ouderen die in sociaal isolement dreigen te raken en volwassenen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die in sociaal isolement dreigen te raken.

 

  

3 Omvang doelgroep Zuidoost

In de tabel zijn verschillende indicatoren opgenomen die een indruk geven van de omvang (of vindplaats) van de doelgroep. Aantallen kunnen vanwege de overlap niet worden opgeteld.

 

Thema:

Indicatoren voor omvang

Zuidoost

Totaal aantal inwoners

18+

Totaal

63.294

82.008

Vrijwillige inzet/informele netwerken

Cliënten trede 1+2

4.373

Ouderen 65-75 jaar

4.225

GGD Monitor eenzamen

6.698

Mantelzorg

 

 

 

 

 

 

 

Cliënten markant + andere organisaties in stadsdeel

 

Informatie Loket Zes

106

GGD Monitor Mantelzorgers

10.960

75 plussers

3.255

Cliënten MaDi ZO

5.622

Cliënten Mee az

720

Cliënten HBH (hulp bij huishouden)

1.925

Activerende dagbesteding:

 

Cliënten trede 1 en 2

4.373

Aantal 75 plussers

3.255

Cliënten Mee AZ

720

GGD monitor eenzaam&geïsoleerd

6.698

 Cliënten MaDi ZO

5.622

 Cliënten HBH

1.925

Maatschappelijke DV

 

Huidige aantal cliënten MaDi ZO

5.622

Cliënten HBH

1.925

 

Deze cijfers geven een globale indicatie van de omvang van de doelgroep. Het geeft een indicatie van het aantal burgers, dat ondersteuning nodig heeft. Uit de integrale analyse van de heroverwegingen voor stad en stadsdelen uit 2011 bleek dat Zuidoost een grote groep burgers heeft, die door fysieke, psychosociale, psychiatrische en/of andere problemen belemmerd worden in hun participatie. Additionele ondersteuning is voor deze mensen van groot belang en kan hét verschil maken in termen van levenskwaliteit, participatiegraad (in gezin, wijk, buurt, maatschappij en arbeidsmarkt) en zorgconsumptie.

 

4 Analyse per thema

 

Per thema wordt een korte toelichting gegeven. Vervolgens wordt ingegaan op de huidige situatie in het nakomen van de gemaakte afspraken en de opgave voor 2013.

 

4.1  Versterken vrijwillige inzet en informele netwerken

 

4.1.1 Inhoud

Veel burgers zijn nauw betrokken bij buren, de straat, de wijk of de stad. Ze zetten zich als vrijwilliger in op allerlei onderwerpen en terreinen, op duurzame basis of juist incidenteel. In georganiseerd verband, maar ook individueel.

Die vrijwillige inzet komt de samenleving ten goede. Er is naast al deze activiteiten en inzet nog een enorm potentieel van mensen die best meer zouden willen en kunnen doen. Tegelijkertijd zijn er burgers die niet voldoende zelfredzaam zijn en behoefte hebben aan hulp en steun bij normale onderdelen van het bestaan, zoals boodschappen doen, omgaan met geld, klusjes in en rond het huis en ontspanning. De vraag naar informele hulp (wat is er in de wijk nodig aan ondersteuning van mensen) is bepalend voor de inzet op werving, ondersteuning en het gebruik van faciliteiten.

Door het stimuleren en ondersteunen van vrijwillige inzet, het geven van ruimte aan initiatief van bewoners(netwerken) en het bevorderen van informele netwerken voor hulp en steun, vergroten we de verantwoordelijkheid voor elkaar. Ook kan dit bijdragen aan een beperkter gebruik van zorg- en welzijnsvoorzieningen en het realiseren van de benodigde hulp en steun dichtbij in de eigen omgeving.

 

4.1.2 Opgave

In Zuidoost zijn van oudsher veel burgers, onder andere vanuit de vele kerken en zelforganisaties, vrijwillig actief op tal van maatschappelijke terreinen. Uit de inventarisatie die OSA (De Ondernemerskring Sociale Sector Amsterdam) in 2011 in opdracht van het stadsdeel naar het participatieaanbod heeft uitgevoerd, blijkt het aanbod informele initiatieven op verschillende terreinen groot. Het stadsdeel faciliteert in voldoende mate de basisinfrastructuur die de vrijwillige inzet ondersteunt, met de financiering van het vrijwilligerssteunpunt, het opbouwwerk, een aantal organisaties dat specifieke doelgroepen ondersteunt en het beschikbaar stellen van de ruimten. Met deze basisinfrastructuur kan (soms met een kleine inspanning) aan de meeste afspraken worden voldaan.

 

Belangrijk is aan te sturen op betere samenwerking en afstemming in de uitvoering tussen informele netwerken en professionele formele ondersteuning. Het stadsdeel heeft de ambitie om met de invoering van de Burgeracademie (platform van verschillende organisaties voor ondersteuning van vrijwilligers en samenwerking tussen formele en informele organisaties) en de Digitale Marktplaats (ruilen van diensten tussen burgers) de koppeling tussen de kwetsbare burgers en kansrijke burgers te versterken. De Digitale Marktplaats maakt het mogelijk dat burgers elkaar vinden op wijkniveau waarbij het dragend vermogen van de wijk versterkt kan worden. De Burgeracademie faciliteert burgers bij de vrijwillige zorg voor een ander of anderen door het bieden van ondersteuning, kennis en netwerken.

De Digitale Marktplaats en de Burgeracademie zijn cruciale projecten in het nakomen van de afspraken op dit thema.

 

4.2 Mantelzorg

 

4.2.1 Inhoud

Mantelzorg is een belangrijke vorm van informele zorg die wordt verleend door huisgenoten, familie, vrienden, kennissen en buren, die voortvloeit uit de aard van de onderlinge relaties. Mensen kiezen er vaak niet bewust voor om mantelzorger te zijn.

De mantelzorger zorgt voor een naaste die tijdelijk of langdurig niet in staat is bepaalde dagelijkse taken te verrichten of contacten te onderhouden, door fysieke of verstandelijke beperkingen of chronische (psychische) aandoeningen. Mantelzorg kan soms zwaar zijn, terwijl je de zorg niet zomaar kan beëindigen. De inzet van mantelzorgers is van onschatbare waarde. Voorkomen moet worden dat zij overbelast raken. Bij het signaleren van overbelaste mantelzorgers wordt gericht doorverwezen naar ondersteuning en informele respijtzorg.

 

4.2.2 Opgave

De verschillende culturele achtergronden in Zuidoost kunnen invloed hebben op de feitelijke cijfers van de omvang van de doelgroep mantelzorgers. Het leveren van informele zorg wordt bij niet-westerse culturen vaker als vanzelfsprekend ervaren en dus herkent men zichzelf ook niet snel als mantelzorger. Markant had al voor de invoering van het stedelijk basispakket mantelzorg een belangrijke taak in Zuidoost in de ondersteuning van mantelzorgers, zowel waar het gaat om de emotionele en educatieve ondersteuning als om het toeleiden naar overname van zorgtaken. Sinds de oprichting van het Loket Zorg en Samenleven participeert Markant ook in het Loket en houdt daar ook mantelzorgspreekuur.

De belangrijkste uitdaging voor Zuidoost bij het realiseren van de basisafspraken op dit thema is vooral de ontwikkeling om de mantelzorgondersteuning inclusief onderdeel uit te laten maken van de maatschappelijke dienstverlening. De herijking van de maatschappelijke dienstverlening is onderdeel van het gezamenlijk uitvoeringsprogramma. Markant en MaDi ZO werken al jaren samen binnen het Loket, waardoor overdracht van kennis en taken relatief soepel kan verlopen.  

In 2013 zal, mede in het licht van de doorontwikkeling van het Breed Sociaal Loket, het accent liggen op de uitvoering van de informatie- en adviesfunctie van en toeleiding door het Loket naar passend ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers. Het werven van zorgvrijwilligers is in Zuidoost al een aantal jaren speerpunt van beleid. Met verschillende projecten wordt beoogd zorgvrijwilligers voor een specifieke groep te werven, bijvoorbeeld voor ouderen met dementie en mensen met psychische beperkingen. Met het vrijwilligerssteunpunt worden afspraken gemaakt voor het aantal te maken koppelingen zorgvrijwilligers.  De invoering van de Burgeracademie en de Digitale Marktplaats zullen ook een belangrijke bijdrage leveren aan het realiseren van de afspraken op het thema mantelzorg.

 

4.3 Activerende dagbesteding

 

4.3.1 Inhoud

De meeste burgers organiseren hun deelname aan de samenleving geheel op eigen kracht. Sommige burgers zijn onvoldoende zelfredzaam om invulling te geven aan hun dag. Dit staat hun participatie en sociale contacten in de weg. Zij hebben iets extra’s nodig om hen in staat te stellen of aan te moedigen op een actieve, gezonde manier hun dag vorm te geven. Doel is dat deze burgers in staat gesteld worden om - zo nodig met lichte ondersteuning- een gezonde dagbesteding te hebben om verder afglijden (eenzaamheid, sociaal isolement, gebrek aan maatschappelijke participatie) te voorkomen. Zij benutten hierbij hun eigen kracht meer, bouwen aan een (sterker) sociaal netwerk en/of participeren in hun eigen buurt. Onder activerende dagbesteding wordt in dit kader structurele tijdsbesteding verstaan met een welomschreven doel waarbij de deelnemer actief wordt betrokken en die hem zingeving verleent. Er is samenhang in het aanbod van de verschillende aanbieders. (zorgaanbieders, bewonersgroepen, lokale organisaties, welzijnsaanbieders en sportorganisaties)

 

4.3.2 Opgave

Uit de al eerder genoemde inventarisatie die door OSA in 2011 is uitgevoerd in opdracht van het stadsdeel bleek dat naast het formele aanbod ook een rijkdom aan informeel en semi-informeel aanbod is, dat veel kansen biedt voor activering van de doelgroep. Het gaat hierbij niet alleen om ouderen met beginnende dementie en mensen met een fysieke of psychische beperking maar ook om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt (trede 1 en 2). De leeftijden van deze doelgroep varieert tussen de 27 en 65 jaar. Over het algemeen hebben deze mensen relatief weinig onderwijs gevolgd. De werkervaring bestaat vaak uit enkele jaren ongeschoolde arbeid. Op gezondheidsvlak zijn er vrijwel altijd meerdere fysieke klachten en soms psychische klachten.

Vanwege de overlap tussen doelgroepen die geraakt worden door bezuinigingen op de AWBZ en bezuinigingen op het participatiebudget van DWI, is het belangrijk in de toeleiding naar het aanbod samen te werken met DWI.

Vorig jaar is het instrument van de Participatiemarkt ontwikkeld om vraag en aanbod op buurtniveau bij elkaar te brengen: buurtgericht, laagdrempelig en zowel gericht op ouderen en mensen met beperkingen als trede 1 en trede 2 cliënten. Deze buurtmarkten blijken zeer succesvol te zijn en veel bezoekers te trekken. Het streven is dit jaar op wijkniveau een infrastructuur te ontwikkelen bestaande uit formele en informele organisaties, die op eigen kracht deze markten kunnen voortzetten. In het kader van de Digitale Marktplaats wordt een klankbordgroep van bewoners geformeerd die zich buigt over de kwaliteit en toegankelijkheid van het aanbod.  

Daarnaast ligt er een opgave om het aanbod geschikt te maken voor mensen die eerder gebruik zouden maken van zwaardere vormen van ondersteuning. Concreet gaat het erom dat mensen fysiek gebruik kunnen maken van de voorzieningen (toegankelijkheid) maar ook dat de begeleiding zodanig is dat mensen met mentale of sociale beperkingen gebruik kunnen maken van het aanbod.

De kansen op dit thema liggen vooral op het verbinden en versterken van bestaande initiatieven: verbinden van zorg en welzijn, verbinden van sport en zorg en verbinden van formele en informele organisaties. 

 

4.4  Maatschappelijke dienstverlening

 

4.3.1 Inhoud

De maatschappelijke dienstverlening is het geheel van activiteiten en werksoorten gericht op het bieden van hulp- en dienstverlening als vangnet voor Amsterdammers die onvoldoende zelfredzaam zijn en die hulp nodig hebben bij het oplossen van een vraag of een situatie die zodanig complex is dat hij/zij dit niet zelf (of met de omgeving) kan oplossen. De werkzaamheden van de maatschappelijke dienstverlening vinden plaats op de domeinen inkomen, huisvesting, juridische zaken, psychosociale hulpverlening gezinsrelaties, sociaal netwerk en maatschappelijke participatie. Ze hebben als doel de zelfredzaamheid te behouden, te versterken of te herstellen en te voorkomen dat mensen in een later stadium zwaardere zorg of begeleiding nodig hebben.

 

4.3.2 Opgave

De herijking van de maatschappelijke dienstverlening is een verandering in de manier van werken voor de MaDi ZO. De herijking is gericht op de ontwikkeling naar ‘generalistisch werken’, in plaats van ondersteuning aan cliënten vanuit verschillende werksoorten. Belangrijk onderdeel is ook het generalistisch werken in de zorgstructuren op wijkniveau, zoals binnen het programma Samen DOEN. Uitgangspunten bij de dienstverlening is toename van zelfredzaamheid en herstel van netwerken en alleen individuele ondersteuning als collectieve ondersteuning niet mogelijk is.

 

De MaDi ZO heeft een belangrijke stap gezet richting ‘generalistisch werken’. Er wordt al gewerkt met een integrale intake en integrale teams bestaande uit de verschillende werksoorten. Er wordt ook al wijkgericht gewerkt, bijvoorbeeld in de verschillende gezondheidscentra in de wijken. Voorts zijn afspraken met de MaDi ZO gemaakt om deel te nemen aan de wijkgerichte hulpverleningsteams van Samen Doen in de Buurt en Buurtzorg Jong. Het aanbod individuele hulpverlening moet verminderen door het collectieve aanbod uit te breiden. Dit aanbod moet passen bij de behoefte van de verschillende doelgroepen. Recent heeft onderzoek plaatsgevonden naar de verbetering van de dienstverlening van de MaDi ZO. In dat kader kunnen afspraken worden gemaakt om de kwaliteit van het collectieve aanbod te optimaliseren.

De herijking van de maatschappelijke dienstverlening is onderdeel van het gezamenlijk Uitvoeringsprogramma Wmo basisvoorzieningen.

 

4.5 Informatie en Advies, Sociale Loketten

 

4.5.1 Inhoud

Een groot deel van de Amsterdammers is in staat om op eigen kracht de benodigde ondersteuning te vinden. Voor hen is er goede digitale informatievoorziening (in feite een digitaal loket). De informatie die digitaal, telefonisch en fysiek verstrekt wordt is eenduidig. In de sociale loketten gaan de adviseurs een stapje verder. Er wordt integrale dienstverlening geboden die het vinden van eigen oplossingen stimuleert en de eigen kracht van Amsterdammers versterkt. Er zijn korte lijnen tussen de formele en de informele zorg. Er vindt vraagverheldering plaats, er wordt informatie en advies gegeven over diverse leefgebieden en er vindt kortdurende ondersteuning plaats. Indien nodig wordt direct doorverwezen naar aanbieders middels een warme overdracht. Voor mensen die geïsoleerd (dreigen te) raken en niet zelf of met hulp naar het loket kunnen komen, is ‘outreachend’ werken van belang.

Het sociaal loket is de ingang voor elke vraag, zorg of melding op sociaal maatschappelijk terrein. Daar wordt informatie en advies gegeven, wordt doorverwezen naar samenwerkingspartners indien nodig en wordt eventueel kortdurende ondersteuning geboden. Daarnaast fungeert het loket als toeleider naar de buurtteams Samen DOEN. 

 

4.5.2 Opgave

In februari 2012 is door stad en stadsdelen een besluit genomen over het eindbeeld van de sociale loketten in 2014. In juni 2012 heeft het portefeuillehouderoverleg besloten gezamenlijk op te trekken bij het implementeren van het eindbeeld. Het eindbeeld bestaat globaal uit de volgende onderdelen:

 

In ieder stadsdeel is een functionerend sociaal loket op dezelfde locatie als het stadsloket

Sinds de inrichting van het Loket Zorg en Samenleven heeft het Loket een duidelijke locatie in het stadsdeelkantoor. In de huidige ontwikkelingen van omvorming naar een retailconcept van dienstverlening kan de fysieke plek veranderen, maar blijft eenduidig. Momenteel wordt eraan gewerkt om de voorkant van het meldpunt te integreren in het sociaal loket. Telefonie wordt al samen gedaan.

 

De dienstverlening in het loket en samenwerking met partners, in stedelijke programma’s en met het stadsloket

Er is voldoende informatie/kennis aanwezig om aan het eindbeeld te voldoen. In sommige gevallen gaat het vooral om herkennen en doorverwijzen naar de juiste organisaties. Gewerkt wordt aan de competentieniveaus en kennisprofielen van de medewerkers, waarin ook geborgd wordt dat de (basis)kennis over het brede sociale domein aanwezig is. Met het stedelijk programma Samen DOEN vindt overleg plaats over de samenwerking en de  afbakening van de taken, specifiek ten aanzien van het Meldpunt Zorg & Overlast.

De ontwikkelingen met betrekking tot het stadsloket worden goed gevolgd om het sociaal loket goed in het stadsloket te kunnen inbedden. Binnen het sociaal domein is het helder dat het sociaal loket een heel ander soort product levert dan een vergunning of een paspoort. Inzet is om voor de bezoekers voor het sociaal loket het persoonlijke gesprek met de loketadviseur te behouden. Op deze wijze blijft het geven van informatie & advies, gericht op het versterken van de eigen kracht, gewaarborgd. MaDi ZO is een participant in het loket en houdt op deze locatie ook spreekuur.

 

De communicatie over het sociaal loket

Stedelijk wordt momenteel een communicatiestrategie uitgewerkt. Rekening houdend met de ontwikkelingen binnen dienstverlening. Het gaat in eerste instantie om het formuleren van de boodschap die het sociaal loket wil uitdragen. Tot een gezamenlijke strategie is uitgewerkt, draagt Zuidoost haar bekende beeldmerken uit en participeert zo veel als mogelijk bij informatie- en voorlichtingsgelegenheden in het stadsdeel.

 

 

5 Advies van de Wmo Adviesraad

 

Op 14 januari jl. heeft overleg plaatsgevonden met de Wmo Adviesraad over de Wmo basisvoorzieningen en de invulling van een specifiek uitvoeringsplan voor Zuidoost om uitvoering te geven aan die afspraken. De raad heeft op 22 januari jl. een advies ingediend. De adviesraad onderkent de noodzaak om de kosten van zorg beheersbaar te houden en te voorkomen dat mensen vanzelfsprekend een beroep doen op de overheid. De raad ondersteunt plannen om meer op wijkniveau te werken en daar de samenwerking te bevorderen tussen de verschillende bewoners en professionals die actief zijn. Het instrument van de digitale marktplaats wordt ondersteund.

 

De opmerkingen die zij meegeven, volgen hieronder met een korte toelichting (cursief) hoe de adviezen zijn verwerkt in het uitvoeringsplan.

 

-       Aanbieders zijn nog onvoldoende toegerust om flexibel in te kunnen spelen op de behoefte van burgers. Het is belangrijk om buurtzorgconcepten te ontwikkelen.

Vraaggericht werken blijft een belangrijk aandachtspunt voor het stadsdeel en alle organisaties die zorg aanbieden. Met de ontwikkeling van buurtgerichte zorgprojecten wordt de afstand tot de burger kleiner. In het uitvoeringsplan is de ontwikkeling van buurtzorgconcepten opgenomen.

 

-       Lokale organisaties zijn belangrijk voor de ‘civil society’ en moeten daarom voldoende gefaciliteerd worden.

Erkend wordt dat lokale organisaties een onmisbare schakel zijn in een sterke ‘Civil Society’. Met de ontwikkeling van de Burgeracademie waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor vrijwilligers en lokale organisaties wordt sterk ingezet op de ondersteuning van deze doelgroep.

 

-       Aandacht wordt gevraagd voor jonge kinderen die mantelzorg verlenen. Voorkomen moet worden dat dit nadelige gevolgen heeft voor hun schoolprestaties.

De doelgroep jeugd valt buiten het kader van de Wmo basisvoorzieningen. Dat laat onverlet dat jonge mantelzorgers een belangrijke doelgroep is die ondersteund moet worden. Markant heeft reeds de taak om jonge mantelzorgers in Zuidoost  te bereiken en ondersteuning te bieden.

 

-       Aandacht wordt gevraagd voor Agenda 22: gebouwen moeten voor iedereen toegankelijk zijn

Toegankelijkheid van gebouwen is een belangrijke voorwaarde om uitvoering te kunnen geven aan de Wmo basisvoorzieningen. In het uitvoeringsplan is opgenomen dat in samenwerking met het Platform Gehandicapten een inventarisatie wordt gedaan naar de (ervaren) toegankelijkheid van accommodaties.

 

-       Aandacht wordt gevraagd voor de bekendheid van het Loket Zorg en Samenleven, met name ook onder zorgaanbieders. 

Stadsdelen geven gezamenlijk uitvoering aan de ontwikkeling van het breed sociaal loket. Het ontwikkelen van een communicatiestrategie is onderdeel van dit plan. Zuidoost zal daarbij specifiek aandacht geven aan de bekendheid van het loket  onder zorgaanbieders.


 

6 Opgaven 2013

 

1. VERSTERKEN VRIJWILLIGE INZET EN INFORMELE NETWERKEN

AFSPRAAK

ACTIES

PLANNING

Warme bemiddeling tussen vraag en aanbod op  buurtniveau.

Digitale Marktplaats

Voorbereiding gestart in 2012, realisatie medio 2013.

Bevorderen van samenwerking tussen vrijwilligers, lokale organisaties, professionals en bewoners

Burgeracademie

Voorbereiding is gestart in 2012. Uitvoering in kader Participatieprogramma 2013.

Toezien gebruik door instellingen en organisaties van stedelijke, digitale databank voor vraag en aanbod

Afspraken maken beheerder digitale databank en gesubsidieerde organisaties over taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van invoeren en actualiseren van gegevens en vastleggen in subsidie- beschikkingen 2014

1e helft 2013 afspraken maken

en 2e helft 2013 afspraken vastleggen in beschikkingen.

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013.

 

Vrijwilligersorganisaties en professionele organisaties die met vrijwilligers werken, hanteren een vrijwilligersbeleid.

Verplichting opnemen in subsidie- beschikkingen 2014

 

De subsidie- beschikkingen worden eind 2013 opgesteld.

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013.

2. MANTELZORG

AFSPRAAK

ACTIES

PLANNING

Specifieke inspanning  om mantelzorgers te bereiken.

Methodiek ontwikkelen om onbereikbare mantelzorgers te bereiken.

 

Project is gestart in 2012. Vervolg vindt plaats in 2013.

Werven en binden van voldoende geschikte vrijwilligers voor informele respijtzorg.

Burgeracademie

 

Voorbereiding is gestart in 2012. Doorontwikkeling vindt plaats in 2013. Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013.

3. ACTIVERENDE DAGBESTEDING

AFSPRAAK

ACTIES

PLANNING

Samenhang in aanbod zorg en welzijn

Samenwerkingsprojecten ontwikkelen van zorg- en welzijnsorganisaties op wijkniveau

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013.

 

Stimuleren om mensen uit de doelgroep zo veel als mogelijk te laten deelnemen aan algemene voorzieningen en activiteiten van en voor bewoners.

Participatiemarkten

Project is gestart in 2012 en wordt in 2013 doorontwikkeld.

Uitvoering in kader Participatieprogramma 2013.

Signaleringsfunctie cliënten voor aanbieders van activiteiten.

Instrument ontwikkelen in kader project Participatiemarkten

Project is gestart in 2012 en wordt in 2013 doorontwikkeld.

Uitvoering in kader Participatieprogramma 2013.

 

Voldoende aanbod met ondersteuning voor dagelijkse verrichtingen (aankleden, toiletbezoek e.d.) van mensen met fysieke beperkingen.

Inventarisatie stand van zaken bestaand aanbod.

 

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013

Activiteiten vinden plaats op locaties die fysiek toegankelijk zijn.

In samenwerking met het Platform Gehandicapten fysieke toegankelijkheid in brede zin in kaart brengen.

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013

Vrijwilligers zijn competent om met mensen uit de doelgroep om te gaan.

Training Sociale Toegankelijkheid voor vrijwilligers.

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013.

Activerende dagbesteding als indirecte respijtzorg.

De behoefte van mantelzorgers aan dagbestedingactiviteiten voor naaste in beeld brengen.

Uitwerking in kader Actieprogramma Zorg 2013

4. MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING

AFSPRAAK

ACTIES

PLANNING

Herijking maatschappelijke dienstverlening: omslag naar generalistisch werken

Opstellen implementatieplan nieuwe werkwijze bij de MaDi ZO.

Uitvoering in kader  gezamenlijk uitvoeringsplan Wmo basisvoorzieningen.

 

5. INFORMATIE EN ADVIES

AFSPRAAK

ACTIES

PLANNING

Afspraken tussen loket en zorg en welzijnsaanbieders over toeleiden van mensen uit de doelgroep naar aanbod

Bijzondere aandacht voor

-       toeleiding naar aanbod mantelzorg- ondersteuning

-       bekendheid van het loket onder zorg- en welzijnsaanbieders

 

Uitvoering in kader gezamenlijke uitvoeringsplan breed sociaal loket.