Ze is bij de 60. Ze kwam aanrijden op haar scoot. Bij de ingang van het gebouw had de oprijplaat al klaar moeten liggen maar die lag er niet. Valide personen liepen
naar binnen maar zij moest de drempel ‘pakken’. Mensen snappen niet dat het geen pretje is. Het gebonk in je verouderde en door handicaps geleden lichaam, als je over een drempel moet. Ze had
een heupoperatie achter de rug. Binnenkort een tweede want de ander heup is ook versleten. Ze is van kinds af aan gehandicapt en heeft in de loop der tijd tal van operaties achter de rug. Ze
kampt vrijwel constant met haar gezondheid en wordt daardoor regelmatig geconfronteerd met de broosheid van haar gestel. De laatste tijd heeft ze last van Tia’s. Ook dat is geen feest. Maar
ze wil blijven meedoen want zo voelt ze dat ze leeft. Doch zij moet er extra voor knokken omdat de maatschappij het zo wil, dit verschil. Door de uitnodiging dacht zij dat ze welkom zou zijn
maar na de bijeenkomst voelde ze zich niet zo gastvrij behandeld. De zaal was volgestouwd met tafels en stoelen. Ze keek even rond waar ze met haar scoot kon aanschuiven. Een bekende zag haar
en riep haar. Zij reed ernaartoe. “Nee nee dat kan niet zei iemand van de organisatie, dat kan daar niet dat mag niet van de brandweer”. Ooh valide personen lopen met gemak naar binnen, gaan
zitten waar ze willen maar de oudere mevrouw op de scoot die moeilijk ter been is mag beperkt worden vanwege haar handicaps? Er ontstond mondeling geworstel en paniek. Iedereen ging zich
ermee bemoeien. ‘Ja maar ik wil bij mijn vriendin zitten’ - ‘kunt u niet een stukje lopen’ - ‘ja maar waarom heeft u geen rekening gehouden met de indeling’ - ‘ja maar u moet de scoot buiten
laten’ - ‘ja maar ik kan nergens aanschuiven met deze zaalindeling’ - ‘ja maar die vrouw kan toch moeilijk lopen’ - ‘ja maar ze moet op een plek staan waar ze gemakkelijk uit kan’. Ze voelde
zich behandeld als een kind die stout is geweest, ze voelde zich terecht gewezen. Ze trok het niet en verliet gepikeerd de zaal. Ze hoorde ze nog naroepen maar ze reed steevast weg. Ze dacht
‘zoeken jullie het maar uit ik moet naar buiten’. Na een tijdje besloot ze weer terug te gaan. In de zaal hadden ze inmiddels een paar tafels verschoven. Er was een lege plek tegen de opening
aan. Dat vond ze zelf ook wel fijn want het was makkelijker uitrijden zo. Maar ja niet aan tafel zoals de anderen. Haar (per on)geluk was wellicht dat ze dicht tegen het hoekje van de tafel
van het panel zat dus ze kon het hoekje van hun tafelblad gebruiken. Haar collega, ook op de scoot, kwam net aanrijden en ging naast haar staan. Allebei op een plek zonder tafel dus. Haar
collega, voorzitter van de organisatie waar zij penningmeester is, vertelde dat toen zij aan kwam rijden, ze toen pas de oprijplaat gingen leggen. Anders behandeld, uitgesloten van gelijke
behandeling lijkt op discriminatie of is het gewoon. En dan het gevoel erbij: hoe je je voelt als mensen zo met je omgaan. Alsof je er niet bij hoort. Terwijl jij al die moeite doet om wel
erbij te horen. Ik snap dat mensen op den duur hier gewoonweg geen zin meer in hebben. Zucht!
Reactie schrijven